Ik ben gek op oude helden die terugkeren. Zoals Arnold Schwarzenegger die nu voor de tweede keer vriend en vijand verbaast door nóg een keer terug te keren als de Terminator. Van een hele ander kaliber is de boef Gordon Gekko, die vanwege zijn witteboorden-criminaliteit en flamboyante persoonlijkheid toch vooral een leuke boef was.

Wall Street introduceerde in 1987 twee dingen: Charlie Sheen als A-lister en het adagium “greed is good”. Daarbij liep de film ver vooruit op The Wolf of Wall Street, die vooral in retrospectief de ongebreidelde hebzucht uit de jaren 80 aan de kaak stelt (en op de hak neemt). Wall Street deed dat toen al, in het tijdperk zelf.

2010 was dan ook een goed moment om deze film uit te brengen: midden in de grootste financiële crisis sinds de Grote Depressie, 80 jaar geleden. Oliver Stone toont dingen zoals ze nu zijn en niet met de wijsheid van achteraf. Het uitgangspunt is boeiend: we zien hoe een bank onderuit gaat (een analogie aan Goldman Sachs) en het begin is van een sneeuwbaleffect.

De hoofdlijnen zijn goed te volgen, maar de film verliest zich veel te veel in details, vakjargon, grafiekjes en statistiekjes waarbij je je afvraagt of je als gemiddelde kijker geacht wordt dat te snappen, of dat het genoeg is dat je de grote lijnen volgt. Bij sommige uitspraken moest ik aan de gezichtsuitdrukking van de acteurs aflezen of het nou goed of slecht was.

Tegen de achtergrond van een beginnende financiële crisis volgen we het wel en wee van Jacob, die verloofd is met Winnie, de lelijke dochter van Gekko, die op zijn beurt weer contact wil met zijn dochter, waar zij echter niets van wil weten. De film slaagt er niet in om dit derderangs mini-drama goed te verbinden met het grote geheel. Het is fantastisch om Gekko weer terug te zien, maar hij lijkt vooral uitgeblust en heeft niets meer van zijn charme van weleer. Ik miste de groteske speeches, de wilde gebaren, eigenlijk alles. Het was eigenlijk vooral dodelijk saai. Ik denk niet dat je dat Douglas kunt verwijten – de rol is saai geschreven. Shia LaBeouf verrast in positieve zin met een prima acteerprestatie. Josh Brolin, één van de beste karakterkoppen van het de laatste 15 jaar, is zoals altijd goed, maar wel een miscast. Hij speelt een personage dat zeker 20 jaar ouder is dan hij lijkt.

Wall Street: Money Never Sleeps is, helaas, vooral saai. Als de film al voor ruim driekwart aan je voorbijgetrokken is, komt Oliver Stone nog een keer met een halfbakken intrige op de proppen, maar het is dan too little too late.

De ringtone van Jacob is een leuke ode aan de inmiddels overleden Eli Wallach, maar wat ik van de onverwachte cameo van Charlie Sheen moet vinden, weet ik niet. Enerzijds vol-ko-men overbodig, anderzijds fantastisch om hem terug te zien, al was het vooral Charlie Harper uit Two and a Half Men, maar wat kan het schelen. Een mooie highlight in een vrij doffe film.

2,5 sterren

62996

Categorieën: Filmreview

0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *